Educatie
Educatie is een essentiële zorgcomponent voor patiënten met een zorgtraject diabetes. Huisartsen, diabetologen, thuisverpleegkundigen en andere zorgverleners geven constant basiseducatie.
Bij het begin van de ziekte is educatie voornamelijk het geven van informatie en inzicht in de ziekte, in voedingsaspecten, in consequenties voor de verdere levensverwachting en het motiveren tot levensstijlaanpassing.
Bij de overgang naar insuline komen daar technische aspecten bij rond zelfcontrole en insuline-injectie.
In kritische fasen in het diabetesverloop vult een specifi ek opgeleide diabeteseducator deze basiseducatie aan:
· bij de start van insulinetherapie of van incretinemimetica
· bij de overgang van 1 naar 2 injecties insuline
· bij onvoldoende metabole controle (HbA1c >7,5%).
Wie zijn de diabeteseducatoren?
Diabeteseducatoren zijn verpleegkundigen, diëtisten, podologen of kinesisten die een bijkomende opleiding diabeteseducatie gevolgd hebben.
De lijsten met geregistreerde diabeteseducatoren zijn beschikbaar op de site van het RIZIV (of via aanvraag bij het RIZIV: Zorgtrajecten, RIZIV, 211 Tervurenlaan,1150 Brussel).
Een huisarts kan ook een beroep doen op educatoren van een diabetesconventiecentrum (tweede lijn). De lijst van de centra is beschikbaar op de website van het RIZIV.
Wat is diabeteseducatie?
Educatie door een specifiek opgeleide diabeteseducator houdt onder andere in:
· individuele educatie van de patiënt en van zijn omgeving
· geven van informatie en inzicht in de ziekte: oorzaak van de ziekte, ziekteverloop, verwikkelingen, levensverwachting
· motiveren tot levensstijlaanpassingen: evenwichtige voeding, rookstop, beweging
· informeren hoe hypo- en hyperglycemie voorkomen, herkennen en corrigeren
· uitleg geven over het effect van bepaalde geneesmiddelen op de glycemie (o.a. siropen)
· aanleren van de inspuittechniek van insuline, rotatie van injectieplaatsen
· uitleg geven over werking van insuline, bewaring van insuline
· aanleren van glycemiemetingen met glucometer, lancetten en strips
· uitleg geven over levensverzekeringen, rijbewijs, sollicitaties, reizen,..
De educatie gebeurt steeds op voorschrift van de huisarts; de educator stelt een verslag op voor de huisarts.
Wat kan een huisarts voorschrijven?
De huisarts kan diabeteseducatie voorschrijven
· via een diabeteseducator in de eerste lijn
OF
· via een conventiecentrum (tweede lijn).
De educatie wordt volledig terugbetaald.
Diabeteseducatie in eerste lijn
De huisarts kan diabeteseducatie voorschrijven via een diabeteseducator in de eerste lijn volgens 3 modules.
Modules educatie in de eerste lijn |
||
Module |
Voorschrift huisarts |
Verslag educator (in GMD) |
1. Starteducatie |
· Min 2 ½ en max 5 u · Sessies van ½ u · 1ste globaal voorschrift: 5 sessies (2 ½ u) · Nadien: aantal sessies te bepalen door huisarts |
· Na eerste 5 sessies · Nadien: na afloop van de voorgeschreven sessies |
2. Opvolgeducatie |
· Max 1 u /jaar · Sessies van ½ u
|
· na afloop van de voorgeschreven sessies |
3. Extra educatie bij problemen |
· Max 2u /jaar · sessies van ½ u
|
· na afloop van de voorgeschreven sessies |
!!!!Opvolgeducatie en extra educatie kan niet gegeven worden tijdens het kalenderjaar dat de educatie start!!
Een uitzondering hierop bestaat sinds 1 januari 2011:
Vanaf 1 januari 2011 heeft een patiënt die een zorgtraject diabetes type 2 sluit, tijdens het kalenderjaar waarin zelfregulatie in een diabetesconventiecentrum werd gestart, recht op opvolg- en extra-educatie in de 1ste lijn tijdens datzelfde kalenderjaar.
Concreet betekent dit dat:
-
Een patiënt die van de diabetesconventie overstapt naar het zorgtraject diabetes type 2, recht heeft op opvolg- en extra-educatie vanaf de datum dat het zorgtrajectcontract in werking treedt.
-
Een gehospitaliseerde patiënt die de intentie heeft een zorgtraject te sluiten en die tijdens zijn hospitalisatie via het diabetesconventiecentrum educatie en materiaal krijgt, na de hospitalisatie onmiddellijk recht heeft op opvolg- en extra-educatie vanaf de datum dat het zorgtrajectcontract in werking treedt.
In deze gevallen konden niet-verpleegkundige diabeteseducatoren de opvolg- en extra-educatie al geven.
Vanaf 1 januari 2011 kunnen ook verpleegkundigen-diabeteseducator met een specifiek registratienummer in deze gevallen de opvolg- en extra-educatieverstrekkingen verrichten.
OPGELET!
Bij ambulante educatie van een patiënt met zorgtraject diabetes type 2 via een diabetesconventiecentrum, voorgeschreven door de huisarts, geldt dit voorschrift voor een periode van 12 maanden en is opvolg- en extra-educatie via de 1ste lijn pas mogelijk na het verstrijken van deze periode van 12 maanden.
!!!! Patiënten die reeds starteducatie kregen via de diabetesconventie of de referentie-thuisverpleegkundigen kunnen niet opnieuw starteducatie krijgen via het zorgtraject!!!
Diabeteseducatie in tweede lijn
De huisarts kan educatie voorschrijven via een diabeteseducator uit een diabetesconventiecentrum in 2 situaties
· wanneer het aanbod eerstelijnseducatoren ontoereikend is
· bij patiënten met een complexe medische toestand
Educatie via diabetesconventiecentrum (1) |
||
Situaties |
Voorschrift huisarts |
Verslag educator (in GMD) |
1.Aanbod eerstelijns-educatoren onvoldoende |
Ambulante educatie door conventiecentrum |
Uiterlijk na 12 maanden |
2.Complexe medische toestand |
(1) Het voorschrift voor educatie via een conventiecentrum dekt een periode van 12 maanden, gedurende deze periode kan de patiënt geen educatie in de eerste lijn krijgen.
Wanneer is educatie door een diabeteseducator verplicht?
In 3 kritische fasen in het ziekteverloop moet een beroep gedaan worden op diabeteseducatoren.
Zowel in 1° als in 2° lijn is een minimumduur aan educatie vereist.
Bij educatie via de 2° lijn organiseert het conventiecentrum de educatie; in het verslag naar de huisarts vermeldt het conventiecentrum dat de patiënt de voorziene educatie gekregen heeft.
Drie kritische situaties met minimumduur aan verplichte educatie:
· bij de start van insulinetherapie of van incretinemimetica: minimum 2 ½ uur
· bij de overgang van 1 naar 2 injecties insuline: minimum 1 uur
· bij onvoldoende metabole controle (HbA1c >7,5%): minimum 1 uur
Verslag educatie
Het verslag van de diabeteseducator moet in het GMD van de patiënt bewaard worden.